Opgegeven worden voor adoptie kan diepe wonden nalaten bij kinderen. Geadopteerde kinderen vragen zich af wie hun biologische ouders zijn, waar ze vandaan komen, en waarom ouders hun kinderen opgeven. En zelfs de gelukkigste geadopteerde kinderen stellen zichzelf die vraag.
Saroo werd geboren in India, maar werd geadopteerd door een Australische familie toen hij vijf jaar oud was. Maar zijn adoptieverhaal verschilt nogal van de meeste andere.
Saroo had een broer die enkele jaren ouder was dan hem, Guddu.
Guddu verdiende geld met het schoonmaken van treinen, en op een dag nam hij de vijfjarige Saroo met hem mee.
Guddu vroeg Saroo om te wachten op de trein terwijl hij aan het werken was. Hij vertelde hem dat hij snel terug zou zijn. Saroo was echter uitgeput, dus sloot hij zijn eventjes zijn ogen. Maar toen hij wakker werd, realiseerde de kleine jongen zich dat de trein leeg was en hij wist zelfs niet waar hij was.
Saroo kon niet schrijven noch lezen en wist ook zijn familienaam niet of de naam van de stad waarin hij woonde.
Hij stapte van de trein en dwaalde moederziel alleen door de straten van Calcutta.
Al snel merkte een tiener Saroo op, en zag hij dat hij verdwaald was. Hij bracht de kleine jongen naar een opvangtehuis voor weeskinderen. En omdat Saroo niet wist vanwaar hij kwam, en niemand van zijn familie hem kwam zoeken, werd hij op een lijst van adoptiekinderen geplaatst.
Saroo werd geadopteerd door een Australische familie en kreeg een heel nieuw leven, ver weg van de armoede en het gevaar die hij gewoon was. Maar hij miste ook zijn echte familie heel hard.
Saroo’s nieuwe mama hing een kaart van India aan de muur in zijn kamer, zodat hij niet zou vergeten waar zijn roots ligt. De kaart herinnerde hem aan India, en Saroo had vaak herinneringen over zijn vroegere dagen als kind in zijn geboortedorp met zijn familie. Maar hij herinnerde zich nooit genoeg om zijn zoektocht verder te kunnen zetten.
In tussentijd was de echte moeder van Saroo hem aan het zoeken in India, niet wetende dat haar zoon niet eens in het land was.
Toen Saroo ouder was, ontdekte hij Google Maps en Google Earth, en ontdekte hij dat hij de applicaties kon gebruiken in de zoektocht naar zijn geboorteplek.
Saroo wist dat hij ergens nabij Calcutta moest gewoond hebben, en begon in te zoomen op bepaalde plekken in de omliggende streek.
Vele mensen dachten dat Saroo aan het zoeken was naar een naald in een hooiberg, maar hij gaf de hoop nooit op, zelfs al was het 25 jaar geleden dat hij zijn familie voor het laatst zag.
Elke dag opnieuw zocht Saroo op de landkaart van India, tot hij op een dag eindelijk iets herkende.
Saroo zag een brug die precies op de brug leek nabij het treinstation waar hij wakker werd als kind, op de dag waarop hij zijn oudere broer verloor.
Traag maar zeker vond Saroo meer en meer herkenpunten tot hij eindelijk de naam van zijn geboortedorp te weten kwam: Ganesh Talai. Het duurde niet lang voor Saroo op het vliegtuig zat richting India, op zoek naar zijn biologische familie. Het was alsof hij terug in de tijd reisde, en meer en meer herinneringen kwamen naar boven.
Uiteindelijk bereikte Saroo het huis waar hij opgroeide als jonge kind. Zijn hart klopte sneller en sneller. Woonde zijn familie daar nog? Zouden ze hem nog herkennen?
Enkele meter verder stonden drie vrouwen. Onmiddellijk ging één van hen naar Saroo en nam ze hem in zijn armen. Ze was zijn moeder, en had hem onmiddellijk herkend.
Saroo’s moeder belde naar twee van zijn broers en vertelde hen dat hun broer er was, uit het niets. Hoewel, in het midden van de ontmoeting kreeg Saroo ook tragisch nieuws te horen. Zijn broer, Guddu, die bij hem was aan het treinstation op diezelfde dag, werd dood teruggevonden een maand nadat de jongens verdwenen waren. Hij kwam onder een trein terecht.
Zijn familie vinden was net als zoeken naar een speld in een hooiberg, maar de speld was er wel. En dankzij zijn volharding en vastberadenheid slaagde Saroo in zijn bijna onmogelijke speurtocht.
Sinds de reünie met zijn familie, bleef Saroo geld sturen naar zijn biologische familie zodat zijn moeder niet meer hoeft te werken.
In de meeste landen spelen vijfjarigen met speelgoed, gaan ze naar school, en maken ze plezier. Maar in India, moeten zo’n jonge kinderen noodgedwongen al werken om hun familie te helpen.
Saroo’s verhaal kent een gelukkig einde, maar niet alle kinderen leggen dezelfde weg af. Ze groeien op in extreme armoede en hebben geen voedsel, noch een dak boven hun hoofd.
In 2015, schreef Saroo een boek over zijn ervaringen, “A Long Way Home”. Het boek werd uiteindelijk ook verfilmd, en heet “Lion”.
Bekijk hier een video over het verhaal van Saroo:
Deel aub Saroo’s verhaal met je vrienden op Facebook. Het ultieme bewijs dat je nooit de moed mag opgeven.