Dit is een verhaal over een kleine jongen, met een groot hart. En het is een verhaal wat iedereen zou moeten lezen.
Dit verhaal gaat over Ivan, maar uiteindelijk gaat het niet alleen over hem. Het gaat eerder over miljoenen kinderen zoals Ivan, voor wie de dagelijkse realiteit een nachtmerrie is.
Hoewel het verhaal over Ivan fictie is, komt de boodschap hard aan. We mogen dit niet negeren. We mogen Ivan niet vergeten.
Ik heet Ivan en ik ben 7 jaar. Ik houd van mijn vader en moeder, maar ben ook heel bang voor ze. Ze slaan me vaak en ik begrijp niet waarom.
Vanmorgen werd ik wakker om naar school te gaan. Ik kan goed leren en de docent vindt me aardig.
Ik vind al mijn klasgenootjes lief, maar heb geen vriendjes. Daarom blijf ik tijdens de pauze meestal binnen. Niemand wil met me spelen. Ik heb geprobeerd vrienden te worden met de andere kinderen, maar ze weigeren me en zeggen dat ik walgelijk ben.
Ze lachen me uit omdat ik elke dag dezelfde oude spijkerbroek, T-shirt en versleten schoenen draag.
Een keer na school ben ik naar de kapstok gegaan en heb ik een jas gestolen die er al heel lang hing en niemand leek te missen. Daarna liep ik alleen door een sneeuwstorm. Ik bibberde van de kou en het was lastig om te lopen met zoveel wind. Plotseling werd ik omgeduwd. Ik viel voorover in de sneeuw en mijn gezicht werd hard in de sneeuw gedrukt. Toen zeiden ze:
“Iedereen vindt je stom, idioot!”
Daarna schopten ze me in m´n rug en in m´n buik en vervolgens renden ze weg. Mij lieten ze alleen achter in de koude sneeuw.
Ik huilde, niet omdat ik het koud had of omdat ik gewond was. Ik huilde omdat ik helemaal geen vrienden had, ondanks dat ik wel iedereen aardig vond.
Toen ik thuis kwam, rende m´n moeder naar me toe en greep me bij m´n haren.
“Waar was je? Waarom ben je zo koud en vies?” Stom kind, zonder eten naar ben voor jou. Ga naar je kamer en blijf daar.
Ik deed wat me gezegd werd. Ik ging naar m´n kamer en bleef daar tot de volgende dag. Ik had zo´n honger en ik had het ijskoud.
Mijn cijfers werden slechter en slechter en telkens als mijn vader daar achter kwam, sloeg hij me hard. Een keer sloeg hij me zo hard, dat ik mijn wijsvinger niet meer kon bewegen. Ik heb het gevoel in mijn wijsvinger nooit terug gekregen, en alle kinderen lachten me daarom uit.
De tijd verstreek en op een dag kreeg ik veel pijn op m´n borst.
Het maakte pap en mam niets uit dat ik pijn had. ´s Avonds lag ik in bed en wilde ik maar een ding. Ik wou dat ik geen pijn meer had, want ik wil pap en mam niet tot last zijn. Ik houd zo veel van ze, echt waar.
De volgende dag op school moesten we onze grootste droom schilderen. De andere kinderen schilderden auto´s, raketten en mooie poppen. Ik niet.
Niet omdat ik die dingen niet leuk vind, maar mijn diepste wens was een liefhebbende vader en moeder. Dus ik schilderde een familie. Een vader, een moeder en hun zoon. Ze speelden spelletjes en iedereen was gelukkig. Terwijl ik schilderde, huilde ik stilletjes. Ik zou zo graag een vader en moeder hebben die van me hielden.
Toen ik mijn schilderij voor de hele klas moest laten zien, werd ik uitgelachen.
Ik stond voor de klas en legde uit:
“ Mijn grootste droom is een familie.”
Het lachen werd alleen maar luider. Ik begon te huilen en zei;
“ Lach me alsjeblieft niet uit, dit is mijn grootste droom! Je kan me slaan, je kan me haten, maar ik smeek jullie, lach me alsjeblieft niet uit.
Ik wil alleen maar ouders zoals jullie hebben, die me knuffelen en met me lachen. Die me ophalen van school en blij zijn me te zien. Ik weet dat ik lelijk en zwak ben, ik weet dat ik een rare vinger heb, maar lach me alsjeblieft niet uit.”
De leraar probeerde mijn tranen te drogen. Ik denk dat sommige kinderen me begrepen, maar veel kinderen bleven maar lachen.
Toen ik op een dag een proefwerk terug kreeg, zag ik direct dat ik een slecht cijfer had. Ik wist dat m´n moeder erg boos zou zijn.
Ik was bang om naar huis te gaan, maar wist ook niet waar ik anders heen moest. Ik liep langzaam naar huis, ik wilde niet thuis aankomen. Mijn moeder werd woest.
Ze pakte me vast en gooide me op de grond, ik bezeerde mijn been tegen een stoel.
Daarna sloeg ze me twee keer op m´n hoofd. Ik lag daar maar en kon niet op staan. Het deed zo veel zeer, maar m´n moeder liet me maar op de vloer liggen.
Toen ze eindelijk terug kwam zei ze dat ik de rommel op moest ruimen. Anders zou m´n vader me hard slaan als hij thuis kwam.
Ik smeekte m´n moeder hem niets te vertellen, maar toen ik opkeek zag ik dat hij al in de gang stond.
Toen mam hem vertelde over het proefwerk, pakte hij me op van de vloer, schudde me door elkaar en sloeg me in m´n gezicht.
Daarna herinner ik me niks meer. Ik werd wakker in het ziekenhuis. Ik keek naar mijn hand maar kon geen van mijn vingers aanraken. Ik keek uit het raam en huilde.
Buiten zag ik ouders met hun kinderen spelen, ballen overgooien en knuffelen.
Weet je waarom ik huilde?
Ik weet niet hoe een knuffel van mijn moeder voelt. Mijn ouders sloegen me alsmaar, en toch hield ik van ze. Ik heb altijd mijn best gedaan, ik was goed op school, maar toch vinden ze me niet leuk.
Een andere dag morste ik thee, toen sloegen ze me weer.
Plotseling kreeg ik die pijn op m´n borst weer. Ik zei het tegen m´n moeder – maar die gaf er niets om. Na een tijdje moest ik weer naar het ziekenhuis. Niemand kwam me opzoeken.
De arts zei dat m´n ouders de volgende dag waarschijnlijk zouden komen, maar ze kwamen niet. Ik wachtte af en wachtte af, maar niemand kwam op bezoek. Toch houd ik van m´n ouders.
Twee dagen laten stierf Ivan aan zijn verwondingen. In zijn handje vonden de artsen een brief die hij had geschreven. Het handschrift was een beetje wiebelig.
“ Lieve pap en mam, ik ben zo bang, want ik ben lelijk, walgelijk en dom. Het spijt me dat jullie niet van me kunnen houden.
Ik heb jullie nooit tot last willen zijn. Alles wat ik wilde was een knuffel van mam en je eens horen zeggen dat je van me houdt. Pap, ik wilde dat je gewoon met me speelde, mijn hand vast hield of voor me zong.
Ik weet dat ik jullie beschaam, ik zal nooit goed zijn.”
Toen stopte Ivan zijn kleine hart.
Dit verhaal was origineel in het Russisch geschreven. Ik weet niet zeker of het waar is, maar denk ook dat dat niet zo veel uit maakt. Het is hoe dan ook erg belangrijk!
Alle kinderen hebben recht om geliefd te zijn. Kindermisbruik komt nog te vaak voor. Elke seconde, elke minuut, elk uur en elke dag. In alle landen, alle steden en op alle scholen.
Thuis zou een veilige plek moeten zijn, vrij van geweld. Kinderen hebben liefde en aandacht nodig. Een knuffel betekent soms meer dan je je kunt voorstellen.
Deel dit bericht alsjeblieft met al je vrienden op Facebook, om ze eraan te herinneren dat geen enkel kind zich ooit alleen en ongeliefd zou moeten voelen.